De achtste etappe in de Vuelta eindigde op de Franse Pla de Beret. Een extra motivatie voor thuisrijder David Moncoutié, die een vroege vlucht net wist uit te zingen.

De schrik eindelijk overwonnen
Rit acht in de Ronde van Spanje was net als de zevende een kolfje naar de hand van de renners met klimmersbenen. Het decor voor de aankomst van gisteren werd het decor voor het startschot van vandaag. Eens Andorra achtergelaten kreeg de Vueltakaravaan nog honderdzestig kilometer voorgeschoteld tot Pla de Beret. De organisatie maakte dus een uitstapje naar Frankrijk, met aankomst op een col waar Denis Menchov in 2006 een Touretappe won.

Na een klein uur werd de goeie vroege vlucht op gang getrokken. Met Christophe Kern (Crédit Agricole), Nikita Eskov (Tinkoff), Sébastien Joly (Française des Jeux), Juan Manuel Garate (Quick Step) en David Moncoutié (Cofidis) trok een vooral Frans gezelschap er op uit om een maximale voorsprong van vijf en een halve minuut bijeen te rijden. Aan de voet van de Puerto de la Bonaigua, de voorlaatste klim van de dag op veertig kilometer van de streep, bleef daar nog een kleine vier minuten van over.

Terwijl de deur achteraan in het peloton openstond en Damiano Cunego (Lampre) slechts een schim bleek van zichzelf, werd duidelijk wie vooraan de sterkste was. Moncoutié reed solo naar de top, maar stond met nog achtien kilometer te gaan voor een tien kilometer lange afdaling. Met een ei in zijn broek reed de Fransman naar beneden, want de jongste jaren werd zijn carrière overschaduwd door tal van valpartijen en blessures. Landgenoot Joly ging dus niet veel later op en over Moncoutié, die in de eerste oplopende meters echter snel weer in de rol van koploper kroop. Een dertigkoppige groep der favorieten begon een goeie minuut later aan de Franse slotklim.

Moncoutié hield ten opzichte van de tenoren uiteindelijk knap stand. De 33-jarige thuisrijder van Cofidis bereikte, na nota bene nog een licht dalend stuk van twee kilometer, de aankomst met ruim een halve minuut voor op Alejandro Valverde (Caisse d'Epargne), Alberto Contador (Astana) en Igor Anton (Euskaltel). Enkele tellen later bolde ook de rest van de klassementsrenners over de streep, met daarbij de Nederlander Robert Gesink (Rabobank). Jurgen Van Goolen verloor als eerste Belg iets meer terrein, maar de renner van Team CSC handhaafde zijn plaats in de top tien van het klassement. Dat werd zoals verwacht niet langer aangevoerd door Alessandro Ballan (Lampre), Astanarenner Levi Leipheimer trok opnieuw het amarillo aan.