De voorlaatste rit in Tirreno-Adriatico was ook de enige resterende kans voor de klassementsrenners. Vroege vluchter Mikhail Ignatiev wist net uit hun greep te blijven.

Garzelli grijpt naast dubbelslag
De zesde en op een na laatste etappe in de Tirreno bedroeg slechts 134 kilometer. Het traject tussen Montecosaro en Macerata was echter wel van pittige aard en de aankomst lag alweer op een moordende helling. Met enkel nog een vlakke rit in het vooruitzicht meteen ook de laatste kans om Michele Scarponi van de troon te stoten.

Niemand minder dan Tom Boonen was na acht kilometer de aanstoker van de vroege vlucht. De Belgische kampioen maakte er met het oog op Milaan-Sanremo een doorgedreven training van. Het peloton liet de kopgroep - die met Assan Bazayev, Matti Breschel, Marcus Burghardt, Rui Costa, Mikhail Ignatiev, Thomas Löfkvist, Martijn Maaskant, Ruben Perez, Simon Spilak en Peter Velits uit nog meer klinkende namen bestond - een kleine vijf minuten wegrijden.

In de derde van vier passages op de slotklim ontbonden Spilak en vooral Velits hun duivels. De kopgroep werd in twee gescheurd, maar met een ultieme inspanning zorgde Boonen met nog tien kilometer voor de boeg een laatste keer voor de hergroepering. In de achtergrond voerden Androni Giocattoli en Liquigas het tempo op, maar de vluchters beschikten nog altijd over een bonus van een minuut.

Op acht kilometer van het einde koos Ignatiev het hazenpad. De Russische tempobeul van Katusha reed meteen twintig seconden weg van de rest, waarvan opnieuw Spilak en Velits in de tegenaanval gingen. Die werden op de drie kilometer lange klim naar de Piazza della Libertà echter overrompeld door de groep der favorieten. Ook de enige nog resterende koploper voelde de hete adem in zijn nek.

Maar Ignatiev hield wel stand en mocht meer dan verdiend juichen. Vijf seconden later sprintte Stefano Garzelli voor wereldkampioen Evans naar de tweede plaats, maar de bonificaties en de kleine kloof op Scarponi waren net niet genoeg om de blauwe leiderstrui over te nemen. Robert Gesink en Greg Van Avermaet zorgden net als in de twee vorige ritten voor sterke prestaties uit de Lage Landen.