De finale van de tweede etappe in de Giro is ontsierd door een reeks valpartijen. Het kostte Bradley Wiggins de roze trui, terwijl Tyler Farrar naar de zege sprintte.

Wereldkampioen in het roze
Na de openingstijdrit was Amsterdam ook het decor waarin de eerste Girorit in lijn van start ging. De streep lag getrokken in Utrecht, waar na 209 vlakke kilometers wellicht gesprint zou worden.

Vrijwel meteen kozen thuisrijder Rick Flens, Paul Voss, Stefano Pirazzi en Mauro Facci het hazenpad. Het kwartet kon echter nooit een grotere voorsprong dan zes minuten bijeenrijen. Het tempo in de achtergrond werd bepaald door het Team Sky van leider Bradley Wiggins.

Terwijl de sprintersploegen met de finale in zicht het heft in handen namen, werd het peloton geteisterd door verschillende valpartijen. Martin Kohler - een jonge Zwitser van BMC Racing - ging hard onderuit en kreeg de twijfelachtige eer van eerste opgever in deze ronde.

De miserie begon pas echt nadat met Flens de laatste vluchter werd gegrepen. Het bleef valpartijen regenen en op zes kilometer van het einde zorgde een massale tuimerlperte ervoor dat het pak in stukken brak. Wiggins verloor contact met de eerste groep en moest zijn roze leiderstrui uiteindelijk afstaan aan wereldkampioen Cadel Evans.

Het merendeel van de sprinters miste de boot niet, maar de organisatie was gedeeltelijk zoek. Christopher Sutton zette van ver aan, waarna Tyler Farrar overtuigend naar zijn eerste overwinning ooit in de Ronde van Italië sprintte. Matthew Goss en Fabio Sabatini werden knap tweede en derde, topfavoriet André Greipel strandde op de vierde plaats.