Het rijk van Fabian Cancellara op het wereldkampioenschap tijdrijden is voorlopig uit. De viervoudige winnaar werd pas derde, na Bradley Wiggins en de ongenaakbare Tony Martin.

'Der Panzerwagen' verplettert 'Spartacus'
Voor het eerst in jaren stond Fabian Cancellara niets als torenhoog favoriet aan de start van het wereldkampioenschap tijdrijden. De Zwitser moest op het 46 kilometer lange traject in Kopenhagen kampen met Tony Martin, die gedurende het seizoen de rollen omdraaide.

De deelnemers werden verdeeld onder drie tijdsblokken. Het eerste werd gedomineerd door Alexsandr Dyachenko en Jonathan Castroviejo, en ook na het tweede tijdsblok voerden de Kazach en de Spanjaard de tabellen aan. Schaduwfavoriet Svein Tuft kwam net te kort en renners als Frantisek Rabon, Laszlo Bodrogi en Vladimir Gusev stelden grandioos teleur.

Uiteraard kwamen de grootste kleppers op het einde aan bod. Jack Bobridge zette meteen de toon en verpulverde de tussentijden en de eindtijd, maar zou nog vier renners beter zien doen. Martin en Cancellara streden voor goud, Bert Grabsch en Bradley Wiggins voor brons.

Martin ging verschroeiend van start, maar Cancellara beperkte aanvankelijk de schade. De 26-jarige Duitser viel echter niet stil en bleef uitlopen. Even voorbij halfkoers werd duidelijk dat 'Spartacus' ook in de regenboogstrijd onttroond zou worden door 'der Panzerwagen'.

Een fout ingeschatte bocht in de laatste kilometers kostte een ietwat bleke Cancellara zelfs nog het zilver aan Wiggins. Beide tenoren gaven uiteindelijk meer dan een minuut prijs op Martin, die zijn voorlopig mooiste profzege mocht vieren. Lieuwe Westra en Stef Clement bezorgden Nederland een knappe achtste en twintigste plaats, de Belgen Dominique Cornu en Thomas De Gendt presteerden ondermaats en werden pas negenentwintigste en vijftigste.