In de Vuelta a España stond met de vijfde etappe de eerste individuele tijdrit op het programma. Levi Leipheimer deelde het best in en mocht achteraf de leiderstrui afhalen.

Belgen presteren goed
De vijfde rit in de Ronde van Spanje was een eerste echte test voor de klassementsrenners. De tijdritfiets werd na de ploegentijdrit immers een tweede keer boven gehaald, voor een 42,5 kilometer lange tocht rond Ciudad Real. De wegen waren overwegend vlak, maar de wind maakte er een zware individuele opdracht van.

De eersten die goeie tijden rond de 53 minuten lieten noteren waren Stef Clement, Dimitri Champion (Bouygues Telecom) en Mikhail Ignatief (Tinkoff). Manuel Quinziato maakte echter gehakt van die prestaties en liet 51'30" noteren. De Italiaan van Liquigas bleef lang bovenaan de tabellen en zag favorieten als Stefan Schumacher (Gerolsteiner) en Andreas Klöden (Astana) duidelijk onderdoen.

Levi Leipheimer gaf aan het eerste tussenpunt al meteen dik twintig seconden toe. De Amerikaanse schaduwkopman van Astana deelde de wedstrijd echter perfect in en aan de streep klokte hij niet minder dan 33 seconden scherper af dan Quinziato. Ook Frans kampioen Sylvain Chavanel (Cofidis) zou nog onder de tijd van de Italiaan duiken, op slechts een dozijn seconden van de winnaar.

Alberto Contador, de topfavoriet op eindwinst en Leipheimers ploegmaat, kwam omstandigheden tegen die niet de zijne waren. Hij zou uiteindelijk toch mooi vierde worden en deed een goeie zaak. Concurrenten Alejandro Valverde (Caisse d'Epargne) en Carlos Sastre (Team CSC) gaven respectievelijk tien en veertig seconden toe.

Ook de Belgen lieten zich vandaag zien. Jurgen Van Goolen (Team CSC) knokte zich naar een onverhoopte zesde plaats, op iets meer dan een minuut van Leipheimer. Dominique Cornu (Silence-Lotto) deed amper dertien seconden trager en werd knap negende. Tom Boonen klokte aan het eerste tussenpunt zelfs de vierde tijd, maar de sprinter van Quick Step viel uiteindelijk terug naar een nog altijd puike dertiende plaats.