Bradley Wiggins heeft zijn favorietenrol op de Olympische Spelen in het tijdrijden waargemaakt. De thuisrijder was in de straten van Londen een maat te sterk voor de Duitser Tony Martin en landgenoot Christopher Froome. Fabian Cancellara eindigde pas als zevende.

Martin was nochtans een stuk sneller gestart en zette Wiggins na het eerste tussenpunt op vier seconden. Een kleine verrassing, want Martin zag zijn voorbereiding verstoort na een val in de Tour. De Duitser bewees echter niet stil te hebben gezeten.

De winnaar van die Tour, Wiggins, stelde een eind verderop orde op zaken. Martin werd aan het volgende punt naar plaats twee verwezen. Definitief, want de Brit zou niet meer stilvallen en voor eigen publiek naar goud fietsen. Martin verloor aan het einde 42 seconden.

Christopher Froome gaf iets meer dan een minuut toe op zijn kopman, maar had daaraan wel voldoende om een bronzen medaille te behalen. De Amerikaan Taylor Phinney en de Italiaan Marco Pinotti maakten de top vijf compleet, maar dat wel op bijna twee minuten.

De winnaar van vier jaar geleden, Fabian Cancellara, ondervond zichtbaar hinder van zijn val in de wegrit en eindigde pas als zevende op 2'14" van Wiggins. Alexandre Vinokourov stelde eveneens teleur en kon zijn land geen nieuwe medaille bezorgen. De Kazach werd 23e.

Onze landgenoot Philippe Gilbert deed het dan iets beter en werd op precies vier minuten zeventiende. De Spanjaard Luis Léon Sanchez, een outsider, kende dan weer pech en brak zijn ketting vlak na zijn start. Sanchez deed nooit meer voor de prijzen en eindigde achteraan.

Het kon Wiggins weinig deren. De 32-jarige Brit behaalde niet alleen zijn zoveelste overwinning van het seizoen, hij behaalde ook zijn zevende Olympische medaille. In een eerdere carrière op de piste was hij al enorm succesvol met drie gouden plakken.